Beleef het Amsterdam van de Tweede Wereldoorlog met de Amsterdam Diaries Time Machine

2 mei 2024


B

Benieuwd naar het dagelijks leven van Amsterdammers tijdens de Tweede Wereldoorlog? Vanaf 4 mei brengt de Amsterdam Diaries Time Machine je terug met dagboekfragmenten van Amsterdamse vrouwen uit die periode. Ingeborg Verheul, Program Manager Amsterdam Time Machine, legt uit hoe dagboektranscripties zijn omgezet naar linked data. ‘Dit is een mooi voorbeeld van hoe je met linked data verhalen kunt maken.’


Lancering Amsterdam Diaries Time Machine op 4 mei

Je bent van harte welkom bij de lancering van de Amsterdam Diaries Time Machine van 14-16 uur in het Stadsarchief Amsterdam! Schrijf je nog snel in.

In de Amsterdam Diaries Time Machine, een project van de Universiteit van Amsterdam in samenwerking met het creatief bureau Total Design, kun je op ontdekkingstocht gaan door oorlogsdagboeken van Amsterdamse vrouwen. Straatnamen, personen en gebeurtenissen zijn geïllustreerd met afbeeldingen uit verschillende archieven. Naast oorlogservaringen behandelen de dagboekschrijvers ook alledaagse thema’s zoals liefde, vriendschap en gezinsleven.

Dit draait allemaal om het leven van ‘gewone Amsterdammers’?

Ingeborg Verheul: ‘Absoluut! Vier studenten van de Universiteit van Amsterdam hebben onderzocht welke dagboeken uit en over Amsterdam beschikbaar zijn in verschillende archieven. Ze ontdekten dat voornamelijk dagboeken uit de Tweede Wereldoorlog al gedigitaliseerd waren. Dit was cruciaal voor onze digitale applicatie, omdat we niet in de gelegenheid waren om zelf bronnen te digitaliseren. Helaas betekende dit wel dat boeiende dagboeken, die niet digitaal beschikbaar waren, afvielen.’

En alleen dagboeken van vrouwen?

‘De selectie van gedigitaliseerde oorlogsdagboeken was voornamelijk geschreven door vrouwen van diverse leeftijden en achtergronden. Dit komt grotendeels doordat dagboekschrijven in die tijd, in tegenstelling tot andere vormen van literair schrijven, vooral door vrouwen werd beoefend. Bovendien geven veel van deze dagboekschrijfsters een inkijkje in hoofdzakelijk “vrouwelijke domeinen” van het leven, zoals de alledaagse en huiselijke sfeer. Tot nu toe is dit aspect van onze (oorlogs)geschiedenis vaak niet voldoende belicht.’

De dagboeken zijn per fragment linked data gemaakt. Hoe werkt dat precies?

‘De transcripties en gemarkeerde personen, plaatsen en organisaties worden direct vanuit Transkribus, een tool voor handgeschreven tekstherkenning, omgezet naar linked data. Hierbij kunnen we zelfs aangeven waar de tekst zich precies op de dagboekpagina bevindt aan de hand van pixels. Zo kunnen gebruikers vanuit de data teruggaan naar de originele bron, zelfs tot op regelniveau! Vervolgens hebben we de gemarkeerde personen, plaatsen en organisaties gekoppeld aan externe datasets, zoals Wikidata en Adamlink.’

Hoe werkt die koppeling met datasets?

‘Alle Amsterdamse adressen, straten en gebouwen in de dagboeken zijn gekoppeld aan Adamlink URI’s, uniform resource identifiers. Ook bekende plaatsen als het Vondelpark en het Centraal Station konden we linken aan Adamlink. Plaatsnamen buiten Amsterdam en persoonsnamen zijn gekoppeld aan Wikidata. Als een persoon niet in Wikidata te vinden was, hebben we deze in een aantal gevallen zelf toegevoegd – of gekoppeld aan persoonskaarten in het Stadsarchief Amsterdam.’

Ook het Stadsarchief Amsterdam heeft bijgedragen?

‘Ja, bijvoorbeeld door hun hele beeldbank (!) te koppelen aan dezelfde URI’s. Zo kunnen we dus gemakkelijk linken en kan de gebruiker een sprongetje maken van de dagboekaantekeningen naar foto’s in de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam.’

Ook is er een thematische tag ‘eten en drinken’?

‘We hebben niet alleen plaats- en persoonstags gekoppeld aan bijvoorbeeld Wikidata en Adamlink, maar ook zijn passages in de tekst gelinkt aan de thematische tag “eten en drinken”. Deze tag maakt deel uit van een thesaurus die is opgesteld door onze postdoc Janna Aerts als onderdeel van haar onderzoek naar dagboeken en egodocumenten. Op termijn zou deze thesaurus kunnen worden toegevoegd aan het Termennetwerk.’

Hoe ziet de applicatie eruit?

‘De eerste versie van de Amsterdam Diaries Time Machine is een computer- en tabletapplicatie die toegankelijk is via diaries.amsterdamtimemachine.nl. Een toekomstige versie kan ook geschikt worden gemaakt voor mobieltjes. De applicatie wordt waarschijnlijk doorontwikkeld voor de grote maquettetentoonstelling van het jubileumjaar Amsterdam 750, die in juni 2025 opent. We hopen dat delen of wellicht de hele applicatie ook gebruikt kunnen worden in andere projecten of bij andere Time Machines.’

Welke uitdagingen zijn jullie tegengekomen?

‘Het was een leerzaam project! Het transcriberen en controleren van de teksten vergde veel tijd. Ook het taggen van informatie in Transkribus was zeer arbeidsintensief. Het mooi op elkaar laten aansluiten van de verbonden data met het ontwerp was een leuke uitdaging, die fantastisch werd opgepakt door onze partner Total Design.’

Tot slot: wat willen jullie meegeven aan erfgoedcollega’s?

‘Laten we als erfgoedveld een project starten om de correctie van getagd materiaal in Transkribus, het koppelen van annotaties aan terminologiebronnen, bijvoorbeeld via het Termennetwerk, en het zoeken en vinden van foto’s te automatiseren of in ieder geval te vergemakkelijken. We hopen dat archiefinstellingen in de toekomst veel kunnen oppakken, zoals het hosten van afbeeldingen en het aanbieden van transcripties, zodat wij onze (web)annotaties daarop kunnen maken en kunnen delen met de wereld.’

Meer over de dagboeken lees je in dit persbericht; de Amsterdam Diaries Time Machine vind op diaries.amsterdamtimemachine.nl.

Met een beetje hulp van AI

‘Total Design heeft met behulp van AI een van de dagboeken samengevat. Omdat het gevoelig materiaal betreft, wilden we voorkomen dat het gebruikte taalmodel ging hallucineren oftewel verzonnen informatie zou toevoegen. Gelukkig bood het project ons voldoende tijd en expertise om de dagboeken handmatig te analyseren, dus uiteindelijk zijn de teksten door ons projectteam zelf aangeleverd. Het gebruik van AI kan in de toekomst worden overwogen, maar met voorzichtigheid. We hebben ook de Transkribusfuncties gebruikt, zoals lay-outherkenning en handschriftherkenning, toch een beetje AI. Maar daarbij moesten we veel aanvullingen en correcties doen om de kwaliteit te bereiken die nodig is voor een publieksapplicatie als deze.’