1. Gebruikers. Collega’s uit het brede erfgoedveld en daarbuiten gebruiken het Termennetwerk: van museum, erfgoedhuis en historische vereniging tot bibliotheek en archiefsector, en van overheidsorganisatie en onderwijsinstelling tot universiteit en softwarebedrijf.
2. Toepassingen. De Termennetwerk-website is het meest in trek om termen op te zoeken. Daarna volgt het gebruik van het Termennetwerk via de collectie-informatiesystemen. En tot slot wordt het Termennetwerk via OpenRefine toegepast om termen aan collectiedata toe te voegen (reconciliatieservice).
3. Meest genoemde en gebruikte terminologiebronnen: 1. Art & Architecture Thesaurus, 2 Geonames en Wikidata, RKD Artists, 3. Cultuurhistorische Thesaurus en 4. WO2 Thesaurus.
4. Termen die kunnen worden toegevoegd aan het Termennetwerk omvatten natuurhistorische termen, zoals plant- en soortnamen, diverse documenttypen, uitgebreidere locatiegegevens (bijvoorbeeld vanuit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen – BAG – of GeoNames), en persoonsnaamvocabulaires zoals Virtual International Authority File (VIAF).
5. Tot slot zijn er suggesties om het Termennetwerk uit te breiden met verschillende functionaliteiten, zoals de mogelijkheid tot gelijktijdig zoeken in alle terminologielijsten en meertaligheid in zowel zoeken als weergave van concepten. Ook het opdelen van terminologiebronnen in deelonderwerpen en het bieden van meer context, met nadruk op relaties tussen concepten en hiërarchie, zijn gewenst. Een extra optie om door termen te ‘bladeren’ en aanverwante termen te verkennen, zou de gebruiksvriendelijkheid verder verbeteren.

Aan de slag

Het team Thesaurus van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gaat aan de slag met deze uitkomsten. De suggestie om met één klik alle termenlijsten op de website te doorzoeken, in plaats van afzonderlijke termenlijsten te moeten selecteren, is reeds gehonoreerd. Deze nieuwe functionaliteit is met name handig wanneer je niet precies weet welke bron relevant is voor je zoekopdracht.