Meedenken over DERA 3.0
Marian Hellema (ICT-erfgoedspecialist en binnen het het Netwerk Digitaal Erfgoed actief in het project Training en Opleiding) doet verslag van de bijeenkomst ‘Denk mee over DERA 3.0’, die op 27 november tijdens de Week van het Digitaal Erfgoed plaatsvond in Den Haag.
“Deze bijeenkomst had een mooi decor, want je hebt een prachtig uitzicht vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Daar waren we te gast om te praten over de DERA, de Digitaal Erfgoed Referentie Architectuur.”
Erfgoedbeleid
“Eerst liet Gert-Jan Willighagen (ministerie OCW) ons zien op welke manier het ministerie naar erfgoed kijkt. Wat is erfgoed eigenlijk? Wat is de maatschappelijke waarde ervan? En wat is digitaal erfgoed? Wat is het beleid hierover? Een van de belangrijkste aandachtspunten is de vindbaarheid van digitaal erfgoed: hoe kan de informatie onderling worden verbonden, zodat het erfgoed nog beter gevonden en beleefd kan worden? De Nationale Strategie Digitaal Erfgoed (sinds 2015) is daarop gericht en de DERA beschrijft welke samenwerking hiervoor nodig is binnen het netwerk van erfgoedinstellingen. Het is dus niet voor niets dat het ministerie van OCW eigenaar is van de DERA.”
DERA 2.0
“Bram Gaakeer (ministerie OCW, voorzitter van de DERA-architectuurraad) ging hierop door. Uitgangspunt van de DERA is dat de gebruiker voorop staat. Het gaat er uiteindelijk om de maatschappelijke waarde van digitaal erfgoed te vergroten. De DERA formuleert de principes die daaruit volgen en de manier waarop de samenwerking moet worden georganiseerd om dit te bereiken.
Eind 2018 is DERA versie 2.0 gelanceerd. Die beschrijft de globale visie en is in algemene termen geformuleerd. Intussen wordt de DERA verder ontwikkeld en concreter gemaakt. De bijeenkomst van vandaag is bedoeld om daarover van gedachten te wisselen.”
Architectuurpatronen
“Remco de Boer (ministerie van OCW, lid DERA-architectuurraad) liet ons zien hoe die doorontwikkeling verloopt. De DERA wordt aan de praktijk getoetst door te kijken naar voorbeelden van digitaal erfgoed. Daaruit vallen patronen te destilleren, dat wil zeggen bepaalde werkwijzen die vaker voorkomen. Voorbeelden van zulke architectuurpatronen zijn: ‘vindbaar maken van gestandaardiseerde termen’, ‘aggregator’ en ‘gedragsprofielen’. Door deze patronen goed te beschrijven, wordt de DERA aangevuld en concreter gemaakt.”
Sommige patronen zullen tijdelijk van aard zijn, zoals het patroon met de intrigerende naam ‘Wasstraat en wrapper’. Hiermee wordt bedoeld dat je afzonderlijke software gebruikt om je erfgoedinformatie als linked data te publiceren. Het uiteindelijke ideaal is dat dit direct vanuit je bronsysteem gebeurt, maar voorlopig kan zo’n wasstraat een goede aanpak zijn.”
De praktijk aan het woord
“Mark van Hoorn en Josephine Kamp (Het Nieuwe Instituut) gaven ons een kijkje in de keuken hoe zij met de DERA werken. Zij onderschrijven de principes van de DERA, maar zij typeerden zichzelf meer als praktijkmensen. Ze vertelden enthousiasmerend over hun zoektocht naar manieren om de DERA in praktijk te brengen. Steeds was de vraag: ‘maar hoe dan?’. Heel herkenbaar voor iedereen! Hieruit bleek ook een grote behoefte aan onderlinge steun in het netwerk: hoe pakken anderen dit aan? Zijn er al succesvolle voorbeelden? Wat kun je van elkaar leren? Hoe kun je samenwerken?”
Stand-up
“Gijsbert Kruithof (Nationaal Archief, lid DERA-architectuurraad) nodigde ons uit voor een stand-up om verder te discussiëren over de volgende versies van de DERA. Hoe kunnen we als netwerk zorgen dat de DERA wordt geïmplementeerd? Met welke onderwerpen moet de DERA worden uitgebreid? Hoe kunnen we leveranciers daarbij betrekken? ”
“Er ontstond een levendige discussie. Voortbordurend op het verhaal van Mark en Josephine bleek er veel behoefte aan praktijkvoorbeelden en onderlinge uitwisseling. Er werden veel ideeën geopperd, zoals DERA-buddies, pitches voor leveranciers en online communicatiekanalen. De DERA-architectuurraad kan blij zijn met de betrokkenheid in het netwerk!”