Wat beeldend kunstenaar Pavèl van Houten ontdekt tijdens zijn reis door Limburgs digitaal erfgoed

11 juni 2024


D

De Limburgse beeldend kunstenaar Pavèl van Houten doet mee aan de eerste Makers en Erfgoed (MEE-)residentie. Vier maanden onderzoekt hij het creatieve (her)gebruik van digitaal erfgoed. Wat zijn zijn plannen en eerste bevindingen? Is een zoekmachine die specifiek naar ogen in afbeeldingen kijkt bijvoorbeeld een mogelijkheid?


Klassenfoto, anoniem, 1880 – 1930. Collectie Rijksmuseum

Dit is de Makers en Erfgoed (MEE-)residentie

In de eerste Makers en Erfgoed (MEE-)residentie krijgt een kunstenaar uit Limburg vier maanden de tijd om het creatieve (her)gebruik van digitaal erfgoed en de inzet van linked open data te onderzoeken. Hij krijgt hierbij ondersteuning van erfgoedprofessionals. De zomerresidentie is een landelijke pilot van Beeld & Geluid en het NDE in samenwerking met het Limburgs Museum en Huis voor de Kunsten Limburg.

Wat heeft waarde?

Pavèl van Houten leeft en ademt erfgoed. Samen met zijn vriend runt hij Hotel Nieuw Antiek in de Limburgse gemeente Peel & Maas. Vanuit deze historische plek start Pavèl allerlei projecten waarin hij samen met inwoners en hotelgasten onderzoekt wat de Limburgse cultuur kenmerkt. Zo heeft hij audiowandelingen door zijn gemeente gemaakt, waarbij hij het concept van erfgoed bevraagt. ‘In mijn werk ben ik steeds op zoek naar wat waarde heeft in de samenleving. Wat is belangrijk, wat is waardeloos? Zo stel ik in een van de audiowandelingen de vraag of een in verval geraakte discotheek “jong erfgoed” kan worden genoemd.’

Digitaal erfgoed?

Voor zijn projecten pluist Pavèl websites van musea en andere erfgoedorganisaties uit. Dat wat hij daar vindt ‘digitaal erfgoed’ genoemd wordt, had hij niet eerder zo gezien. Dit roept vragen bij hem op. ‘Neem een foto van een kapel. De kapel is erfgoed, maar is een foto ervan dan digitaal erfgoed? En is een ingescande krant dat ook? Tijdens de zomerresidentie wil ik uitzoeken wat een definitie van digitaal erfgoed zou kunnen zijn, en hoe je het materiaal ordent, presenteert en doorzoekt.’

Twintig beelden

Als eerste stap in zijn onderzoek selecteerde Pavèl twintig Limburgse erfgoedbeelden op zo’n manier dat het toeval steeds een rol speelde. Daarna vroeg hij kinderen en volwassenen welke beelden hen het meest aanspraken en welke weg mochten. ‘Ik ben nu alle data aan het invoeren. Mijn eerste indruk is dat de beelden die het minst aanspreken, degene zijn die het verst afstaan van de persoon, zoals een foto van een schilderij waar de kijker geen verbinding mee voelt.’

Een onbeduidende foto uit de jaren tachtig van een pleintje met een container, een paar vuilniszakken en auto’s mocht wel blijven, constateerde een verraste Pavèl. ‘Mensen dachten dat dit een tafereel uit een dorp weergaf, wat voor herkenning zorgde. Ook opvallend: hoe ouder het beeld oogde, zoals een sepiafoto, hoe vaker het mocht blijven, zelfs als het toch ver van de kijker afstond.’

50.000 even belangrijke collectiestukken

Om kennis te maken met de erfgoedcollecties, de gebruikte collectie-informatiesystemen van de deelnemende partners en het concept van linked data (‘voor mij een nieuw onderwerp’), gaat Pavèl op werkbezoek.

Laatst had hij een gesprek met een conservator van het Limburgs Museum over hun database met 50.000 records. ‘Vermeld wordt bijvoorbeeld uit welk jaar een object komt en wat het gebruikte materiaal is, maar het museum maakt geen onderscheid tussen topstukken en minder belangrijke stukken.’

Spanningsveld

Vanuit het perspectief van de conservator vindt Pavèl dit begrijpelijk, omdat alle stukken met dezelfde waardigheid worden behandeld. Maar het publiek heeft een andere behoefte, denkt hij. ‘Zij willen weten wat hen aanspreekt. Dit creëert een interessant spanningsveld. Bij 50.000 laat staan miljoenen werken vraagt het om een soort selectie.’

Google gebruikt bijvoorbeeld algoritmes om te bepalen wat in de zoekresultaten bovenaan staat. Pavèl zou het juist interessant vinden om beelden die eenmaal aangeklikt zijn, weer onderaan de lijst te zetten bij een volgende zoekopdracht, zodat minder bekeken beelden naar boven komen. ‘Zo behandel je alles met evenveel waardigheid en zet je niet alleen de bekende stukken in de spotlight. Dit zijn keuzes die ik als kunstenaar kan maken, maar als Google of als conservator niet.’

Aansprekende ogen

De manier waarop mensen naar beelden kijken, kan volgens Pavél leiden tot nieuwe zoekmethoden. In het onderzoek met twintig Limburgse erfgoedbeelden merkte hij dat kinderen vooral op ogen letten. ‘Stel je een zoekmachine voor die zoekt op ogen. Dan kom je vanzelf terecht bij fotografie, film en beeldende kunst. Zo wordt zoeken een creatieve en artistieke ervaring.’

Ontdekken en uitvinden

Er valt voor Pavèl nog veel te ontdekken en uit te vinden. ‘Ik vind het geweldig dat deze landelijke pilot in Limburg begint. Ik woon hier nu drie jaar en merk dat er weinig financiële middelen zijn voor culturele ontwikkeling en innovatie in vergelijking met de Randstad. Limburg heeft een rijke cultuur die goed bewaard is gebleven, maar hoe houden we deze cultuur in stand en betrekken we jongere generaties erbij? Hieraan wil ik graag bijdragen.’

Op de hoogte blijven?