Van verkenning naar actie: start nu met toekomstbestendige opslag van digitaal erfgoed

10 juni 2025


D

Digitaal erfgoed dreigt verloren te gaan door stijgende opslagkosten en beperkte expertise bij erfgoedorganisaties. Een verkenning van VHIC in opdracht van het Netwerk Digitaal Erfgoed bracht deze uitdagingen in kaart. Een nieuwe collegagroep werkt aan oplossingen en de eerste basismaatregelen zijn beschikbaar. In dit artikel vind je concrete stappen waarmee je direct aan de slag kunt.


Wil je meedenken met de nieuwe collegagroep duurzame opslag?

De eerste stap naar nieuwe concrete samenwerkingsvormen of andere opslagtechnieken is het verder uitwerken van de genoemde oplossingsrichtingen of scenario’s. De nieuwe collegagroep duurzame opslag gaat deze opgave oppakken voor en namens het hele netwerk. Wil je ook meedoen in deze collegagroep, neem dan contact op via info@netwerkdigitaalerfgoed.nl.

Erfgoedorganisaties worstelen al jaren met het bewaren van informatieobjecten zoals foto’s, films, e-mails, websites en tweets. Vooral organisaties zonder wettelijke bewaarverplichting of digitaal depot hebben problemen. De kosten stijgen terwijl er steeds meer digitaal materiaal komt.

De kernvragen zijn: Hoe blijft digitaal erfgoed op lange termijn duurzaam toegankelijk? Wat zijn de minimale eisen? En hoe blijven de kosten beheersbaar?

Het Netwerk Digitaal Erfgoed liet daarom eind 2024 een verkenning uitvoeren. VHIC interviewde erfgoedorganisaties en experts over deze uitdagingen. De resultaten werden in maart 2025 bekendgemaakt en in april besproken in een webinar.

Dit artikel beschrijft de problemen en oplossingen die uit het onderzoek kwamen. Het Netwerk Digitaal Erfgoed gaat ermee aan de slag. Ook staan hier basismaatregelen voor duurzame toegang, die dit jaar worden uitgewerkt tot praktische handreikingen.

Opslag is niet hetzelfde als duurzame toegankelijkheid

Erfgoedorganisaties bewaren hun informatieobjecten, gescand of al digitaal, op verschillende opslagmedia. Deze staan vaak verspreid op floppy disks, usb-sticks, (externe) harde schijven, op tape of in de cloud.

Digitale informatieobjecten zijn kwetsbaar omdat ze niet vanzelf op de langere termijn leesbaar en toegankelijk blijven. Denk bijvoorbeeld aan informatie op een cd-rom die al vijftien jaar in de kast ligt en waarvan de afspeelapparatuur niet meer direct beschikbaar is. Opslag vraagt dan ook meer dan alleen het opslaan van informatieobjecten op een drager of in de cloud.

Duurzame opslag gaat over het duurzaam toegankelijk maken en houden van informatieobjecten. Dat houdt in dat informatieobjecten zodanig worden vastgelegd, bewaard, beheerd en beschikbaar gesteld dat deze ook na verloop van tijd raadpleegbaar, toegankelijk en authentiek blijven.

Overigens hoeven niet alle informatieobjecten langdurig bewaard te worden. Dat hangt af van de functie en waarde van het digitale erfgoed voor een organisatie en haar gebruikers. Het is daarom belangrijk dat een organisatie weet welke informatieobjecten in huis zijn, hoe deze gewaardeerd worden en welke bewaartermijn(en) worden gehanteerd.

Duurzaamheid heeft in dit verband niet betrekking op de klimaatimpact van de opslag van digitale informatieobjecten of verduurzaming van IT. Maar maatregelen om opslagruimte te verminderen door opschoning hebben wel degelijk een gunstig effect op de klimaatimpact van digitaal erfgoed.

Drie aandachtsgebieden bij duurzame opslag

Voor het duurzaam toegankelijk maken van digitale informatieobjecten zijn drie aandachtsgebieden belangrijk: organisatorische ondersteuning (bewustwording, beleid), technologische infrastructuur en voldoende middelen (budget, mensen en kennis). Deze aandachtsgebieden zijn gebaseerd op de ‘Three-legged stool’ van Nancy McGovern en Anne Kenny; een korte uitleg van het model staat op deze pagina. Uit de interviews blijkt echter dat deze randvoorwaarden vaak niet of slechts gedeeltelijk haalbaar zijn.

In het gemis aan ondersteuning, budget en (gezamenlijke) infrastructuur liggen ook de contouren voor mogelijke oplossingen. Met meer kennis en een duidelijk beleid kunnen organisaties een deel van de gevoelde problemen het hoofd bieden. Het gemis aan samenwerking biedt kansen om concrete samenwerking te realiseren voor duurzame opslag.

1. Zet duurzaamheid op de agenda in de organisatie

  • Benoem het belang van duurzame toegang

    Een belangrijke vraag is of een organisatie zich bewust is van het belang van duurzame toegankelijkheid van informatieobjecten. De verkenning laat zien dat dit vaak nog niet het geval is. Soms voelen medewerkers zich wel verantwoordelijk voor dit onderwerp, maar weten ze niet hoe ze het op directieniveau kunnen agenderen.

    Medewerkers willen graag een concrete, overtuigende oplossing aanreiken die bovendien financieel haalbaar is. Omdat het onderwerp van duurzame toegankelijkheid tot nu toe nogal eens ‘onder de radar’ bleef, weten veel organisaties ook niet goed wat de omvang is van hun bestanden. Bovendien zijn organisaties geneigd om zonder duidelijk plan alles te digitaliseren, terwijl het zinvoller is eerst goed te bekijken of dat nodig is.

  • Maak heldere keuzes voor duurzaamheid

    Vanuit (basis)kennis kan een organisatie betere keuzes maken voor duurzame toegankelijkheid en de bijbehorende opslagmogelijkheden. Al deze keuzes legt een organisatie vast in een plan dat past bij haar missie en visie. In dit duurzaamheidsbeleidsplan, dat ook een aanvulling kan zijn op een al bestaand collectie-informatieplan, beschrijft een organisatie op hoofdlijnen hoe zij haar informatieobjecten wil behouden voor duurzame toegang, wat ze precies wil behouden, met welk doel en voor hoe lang. Denk aan zaken als:

    – Welke informatieobjecten moeten duurzaam bewaard worden en voor welke termijn?

    – Hoe ga je om met selectie van materiaal of het verwijderen van digitale informatieobjecten? Bijvoorbeeld als andere organisaties die al bewaren of  beschikbaar maken?

    – Welke types bestandsformaten neem je op, en welke niet?

    – Wie heeft toegang tot de objecten en mag eventueel wijzigingen doorvoeren?

    – Hoe ga je om met back-ups?

    – Kies je voor cloudopslag bij een leverancier in het buitenland, of niet?

    – Welke metadata moet je vastleggen om informatieobjecten duurzaam te kunnen bewaren?

2. Zorg voor veilige opslag

  • Maak een goede back-up

    Kleinere organisaties hebben informatieobjecten vaak opgeslagen op fysieke, niet-duurzame of verouderde dragers, zoals usb-sticks, veelal zonder precies te weten wat erop staat. Dit vormt een groot risico op informatieverlies. De gegevens op kwetsbare dragers laten zich steeds moeilijker uitlezen, de kwaliteit van de dragers neemt in de loop der jaren af of de kosten om ze raadpleegbaar te maken stijgen. Het is belangrijk dat organisaties deze overzetten, bijvoorbeeld door een disk image te maken en te zorgen voor zowel een goede back-up- als  controleprocedures. Op de TRACKS-website lees je hoe je dit aanpakt.

  • Gebruik IIIF voor beeldmateriaal

    Op dit moment maken veel organisaties gebruik van opslagruimte die via de leverancier van het collectie-informatiesysteem wordt geregeld. Sommige van die systemen maken al gebruik van IIIF, een internationale uitwisselingsstandaard voor digitaal beeldmateriaal. Het toepassen van deze standaard maakt deel uit van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed. Deze standaard helpt om de opslagruimte van digitaal beeldmateriaal te verkleinen, doordat het niet meer nodig is dit in diverse formaten aan te bieden. De IIIF-imageserver zorgt zelf voor de gewenste schaalgroottes. Wil je weten hoe je IIIF kunt gebruiken, bekijk dan de activiteitenpagina van het netwerk.

  • Zet cold storage in waar mogelijk

    Daarnaast is het zinvol om de mogelijkheden van cold storage te onderzoeken. Bij deze methode slaan organisaties digitale informatieobjecten duurzaam op zonder directe toegang – vergelijkbaar met museumstukken in een depot die niet direct beschikbaar zijn. Cold storage is relatief goedkoop dankzij de schaalbaarheid; de opslagcapaciteit kan eenvoudig worden uitgebreid wanneer nodig.

3. Investeer in kennis, mensen en budget

  • Vergroot (basis)kennis en expertise

    Uit de interviews en het webinar bleek dat organisaties een grote behoefte hebben aan meer kennis, praktische informatie en richtlijnen voor het bewaren van digitaal erfgoed. Daarom neemt het Netwerk Digitaal Erfgoed het duurzaam toegankelijk maken van informatieobjecten op in het deskundigheidsprogramma ‘De basis voor verbonden erfgoed’. Een belangrijk deel richt zich erop om erfgoedorganisaties te helpen bij het bereiken van een basisniveau van digitale duurzaamheid, zoals in het onderstaande kader benoemd. Binnen het programma ontwikkelt het Netwerk Digitaal Erfgoed verschillende handleidingen, zoals een gids voor het toewerken naar een minimaal duurzaamheidsniveau en een instapvariant voor duurzaamheidsbeleid, naast de bestaande Wegwijzer Duurzaamheidsbeleid.

  • Houd opslagkosten onder controle

    Een grote uitdaging die de meeste geïnterviewde organisaties noemen zijn de oplopende kosten voor opslag en beheer die zij niet (meer) kunnen dragen. De hoeveelheid informatieobjecten neemt gestaag toe, en daarmee ook de benodigde opslagruimte. Vooral beeld- en AV-bestanden vragen veel opslagcapaciteit, aanzienlijk meer dan bijvoorbeeld de metadata die organisaties over die foto’s of AV-bestanden vastleggen in een collectiebeheersysteem. De uitdagingen voor duurzame opslag liggen dus vooral bij dit type zwaardere bestanden.

    Ook kunnen organisaties veel opslagruimte besparen door efficiëntieslagen te maken en scherpere keuzes te maken over wat zij wel en niet bewaren. Wat een organisatie al duurzaam toegankelijk heeft gemaakt, hoeft een andere organisatie niet ook nog eens op te slaan. Of denk aan het converteren van grote bestandsformaten naar gangbare, maar minder zware formaten.

  • Zoek samenwerking met anderen

    Veel organisaties hebben individueel niet de middelen, mensen en technologische infrastructuur in huis om duurzame opslag goed te regelen. Wat zijn dan mogelijke oplossingsrichtingen?

    Samenwerking met andere organisaties noemen organisaties veelvuldig als een mogelijke oplossing: voor gezamenlijke inkoop van opslagruimte, het delen van kennis en het verkrijgen van inzicht in elkaars collecties.

    Met name de provinciale platforms, waarin kleinere organisaties kunnen werken in een multitenant systeem dat op provinciaal niveau beheerd wordt, zien organisaties als aantrekkelijke werkwijze. Het voordeel van deze samenwerkingsvorm is dat het kleine organisaties de zorg voor systeembeheer uit handen neemt, waardoor zij hun medewerkers volledig kunnen inzetten voor het inhoudelijke werk – precies waar hun kennis zit. Deelnemende organisaties betalen hiervoor wel een bijdrage.

    De vragen die hierbij leven zijn: Hoe organiseer je zo’n samenwerking? Wie kan daarin het voortouw nemen? En als je al zo’n samenwerking hebt – zoals bijvoorbeeld in provinciale platformen – hoe kun je dan alsnog de kosten beheersbaar houden? Er is immers een grens aan wat deelnemende organisaties kunnen bijdragen.

    Daarnaast kunnen organisaties ook kijken naar andere samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld op stedelijk, regionaal of landelijk niveau, of naar samenwerking per type materiaal.

Basismaatregelen voor duurzame toegang

Wat kun je nu al doen om je informatieobjecten veilig te stellen? Het veiligstellen van informatieobjecten begint met een goed overzicht van wat je in huis hebt. Vervolgens neem je minimale maatregelen om de levensduur en toegankelijkheid van het materiaal op korte termijn te waarborgen. 

Wat zijn de minimale maatregelen (niveau 1) die organisaties nu al kunnen nemen?

De National Digital Stewardship Alliance (NDSA) , een internationaal consortium van 278 organisaties, gevestigd in de Verenigde Staten, heeft kwaliteitsniveaus van digitale duurzaamheid ontwikkeld. Hierbij staan vijf verschillende aspecten centraal: opslag, integriteit, controle, metadata en inhoud. Dit model is geen standaard of certificeringsmethode zoals het CoreTrustSeal, waar je op deze pagina meer over kunt lezen) maar een hulpmiddel om je stapsgewijs de duurzame toegankelijkheid van je informatieobjecten te verbeteren.

Door steeds een hoger niveau te bereiken – beginnend bij ‘Ken je materiaal’, naar Bescherm je materiaal (niveau 2), Controleer je materiaal (niveau 3) en Onderhoud (preserveer) je materiaal (niveau 4) – verbeter je de veiligstelling van je informatieobjecten nog verder.

De minimale maatregelen in een notendop:

1. Zorg voor opslag in de basis
Regel je back-up: zorg voor twee complete kopieën op verschillende locaties

  • Documenteer alle opslagmedia of dragers waar digitaal materiaal is opgeslagen
  • Zorg voor stabiele opslag voor de informatieobjecten. Gebruik geen kwetsbare dragers zoals usb-sticks.

2. Check informatieobjecten voordat je ze opneemt in je collectie

  • Controleer of het materiaal compleet is en foutloos geopend en gelezen kan worden
  • Controleer de informatieobjecten op virussen; bij twijfel: bewaar ze apart van de rest van je collectie

3. Regel de toegang tot informatieobjecten

  • Bepaal welke mensen en software gemachtigd zijn om de objecten te lezen, schrijven, verplaatsen en verwijderen.

4. Maak een globale inventaris of lijst met alle informatieobjecten

  • Maak een inventarisatie van informatieobjecten op hoofdlijnen, met daarin de huidige opslaglocaties
  • Maak een back-up van deze inventaris of lijst en bewaar ten minste één kopie apart van het materiaal

5. Noteer belangrijke kenmerken

  • Documenteer de bestandsformaten en andere essentiële kenmerken van de informatieobjecten, inclusief hoe en wanneer deze zijn vastgesteld

Bron: Deze basismaatregelen zijn een bewerking van niveau 1 van de ‘Levels of Digital Preservation’ van NDSA, CC-By Attribution 4.0 International en de Nederlandse vertaling ervan door Lotte Wijsman, CC-By Attribution 4.0 International.

Op de hoogte blijven?