4 redenen waarom we als erfgoedveld software moeten archiveren
Erfgoedinstellingen die software archiveren. Zijn die er al? En waarom zou je dat als instelling doen? Het rapport Software-archivering en de Nederlandse erfgoedsector geeft antwoord op die vragen. Projectleider Software-archivering Jesse de Vos trapt af met vier redenen om hiermee aan de slag te gaan.
Nog maar weinig Nederlandse erfgoedinstellingen houden zich bezig met het archiveren en beschikbaar houden van software. En degenen die hier ervaring mee hebben, nemen software vooralsnog met mondjesmaat op in hun archieven. Dat blijkt uit het rapport Software-archivering en de Nederlandse erfgoedsector, opgesteld in het kader van het project Software Archivering van het Netwerk Digitaal Erfgoed. Dit project levert een bijdrage aan het verlagen van de drempel om als erfgoedsector software te archiveren.
Bewustzijn
Redenen voor die terughoudendheid bij de ondervraagde instellingen zijn technisch en juridisch van aard. Maar vaak ontbreekt het ook aan bewustzijn en een goed antwoord op de vraag: waarom zouden we software eigenlijk bewaren?
Het antwoord is in één zin samen te vatten: software is het DNA van onze gedigitaliseerde maatschappij. Zeker in deze tijd blijkt eens temeer hoezeer digitale technologie de samenleving draaiend houdt. En hoewel software over de afgelopen decennia heen steeds onzichtbaarder is geworden, verborgen achter intuïtieve interfaces, is het echt overal. Hieronder volgen vier specifieke redenen voor het archiveren van software.
4 redenen
- Software vertelt het belangrijke verhaal over de opkomst van onze digitale samenleving.
De eerste decennia van deze samenleving liggen inmiddels achter ons en de wereld is enorm veranderd. Software zelf is daarin niet neutraal. Zeker nu kunstmatige intelligentie op allerlei plekken de kop opsteekt, is het steeds vaker software die keuzes maakt en actief vormgeeft aan ons dagelijkse leven. Het verdient daarmee een plek in onze erfgoedcollecties zodat toekomstige generaties kunnen reflecteren op deze tijd. - Software als middel voor productiviteit en creativiteit.
Op een gemiddelde dag gebruiken we algauw een twintigtal softwareprogramma’s: apps op de telefoon, webbrowsers, maar ook bijvoorbeeld een digitale piano bevat software. Musea die inzicht willen bieden in maakprocessen, hebben in hun collecties historische gereedschappen en onderzoekers bestuderen schilderijen minutieus om meer te begrijpen van creatieve processen en gebruikte technieken. Om de maakprocessen van deze tijd te begrijpen, om te leren hoe kunstenaars zich laten inspireren door de digitale mogelijkheden, is toegang tot de gebruikte software onontbeerlijk. - Software is voorwaardelijk voor de authentieke weergave van digitale bestanden.
Een nog steeds groeiend aandeel van het materiaal dat instroomt in archieven is digitaal. Het streven is steeds om zoveel mogelijk standaard bestandsformaten te gebruiken die zo lang mogelijk, door zoveel mogelijk applicaties geopend kunnen worden. Maar voor complexere en zeldzame bestandsformaten is dit niet mogelijk. Deze zijn afhankelijk van specifieke software om afgespeeld te worden. Uiteindelijk is dus zelfs het duurzaam toegankelijk houden van de huidige digitale collecties gebaat bij software-archivering. - Software is vluchtig.
Het gemiddelde softwareprogramma werkt naar schatting maar zes tot acht jaar. Archieven doen er goed aan software te archiveren voordat het end-of-life is. Daarna wordt het lastig om de software terug te vinden, de rechthebbenden te achterhalen om overeenkomsten mee te sluiten en om de werking van software te documenteren met bestaande gebruikers van deze software. Kortom, als we software willen archiveren, dan moeten we daar niet te lang mee wachten.
Download het rapport Software-archivering en de Nederlandse erfgoedsector, inclusief aanbevelingen voor archivarissen en beleidsmakers. Jesse de Vos is te bereiken via jdvos@beeldengeluid.nl.