Kunnen we erfgoeddata met elkaar laten praten? Onderzoek moet uitwijzen of dit mogelijk is

10 mei 2023


A

Als een erfgoedorganisatie een schilderij digitaal beschikbaar stelt, is het handig dat appbouwers die al andere werken van dezelfde kunstenaar in hun app hebben opgenomen, een seintje krijgen. Want zou het niet mooi zijn die nieuwe parel meteen mee te nemen in een app? Maar hoe pak je dit nu slim aan? Miel Vander Sande, data-architect bij meemoo, Vlaams instituut voor het archief, doet hier onderzoek naar.


Beeld: designtools via 123rtf

Vanuit de bron informatie delen

Erfgoedorganisaties delen informatie over hun collecties ‘vanuit de bron’, bijvoorbeeld via een collectieregistratiesysteem. Door hun collecties als datasets te beschrijven in het Datasetregister, worden ze vindbaar en ontstaat er volgens de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed een gedecentraliseerde infrastructuur voor digitaal erfgoed. Themaportals, appbouwers en andere aanbieders bundelen deze erfgoedinformatie van diverse organisaties en creëren er diensten voor hun publiek mee.

Hoe geef je een wijziging door?

Stel dat een museum een beschrijving van een object uit de collectie aanpast, hoe kunnen erfgoedportals of appbouwers daar nu achter komen? In het ideale geval kunnen een erfgoedportal en een dataset met elkaar ‘praten’ door elkaar bij een wijziging een berichtje te sturen. Mogelijk biedt een zogeheten notificatieprotocol hierbij uitkomst. Dit slimme protocol zorgt ervoor dat bij een wijziging een berichtje uitgaat naar betrokken partijen, zodat zij op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen. En dan niet eenmalig maar voor de levensloop van een erfgoedobject of een publicatie.

In opdracht van de Koninklijke Bibliotheek, het Netwerk Digitaal Erfgoed en UGent heeft data-architect Miel Vander Sande drie jaar lang onderzoek gedaan naar deze communicatie tussen machines. Het onderzoeksprogramma is in 2020 van start gegaan en bevindt zich momenteel in de afrondende fase.

‘Hé Google, let op’

‘Eigenlijk probeer ik een soort mailverkeer voor erfgoedinformatie te ontwikkelen,’ vat Miel zijn onderzoek samen. ‘Stel je voor dat een erfgoedorganisatie haar dataset heeft uitgebreid en dit graag aan zoekmachine Google wil laten weten: “Hé Google, let op: onze dataset is uitgebreid. Kun je de set opnieuw indexeren en vindbaar maken op het web?”. Het protocol om deze mailwisseling mogelijk te maken zou bijvoorbeeld een schil kunnen zijn bovenop een collectie-informatiesysteem.’

Wetenschappelijke tegenhanger

De onderzoeksopdracht van Miel Vander Sande is verbonden aan een lopend onderzoek bij de UGent. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat onderzoekers ieder een eigen omgeving hebben, een zogeheten pod, gebaseerd op de Solid-benadering (zie onder). In deze ‘datakluis’ kunnen onderzoekers al hun academische publicaties een plek geven, waardoor ze niet langer afhankelijk zijn van centrale repositories waar alle publicaties samenkomen. Ook zijn de onderzoekers niet langer afhankelijk van wetenschappelijke uitgevers om hun werk te publiceren. Met behulp van deze decentrale manier van werken kunnen ze elkaars onderzoek reviewen, archiveren en erover communiceren.

Dit is Solid

Tim Berners-Lee, de Engelse informaticus en grondlegger van het internet, vindt dat het huidige web te centraal georganiseerd is en te afhankelijk is geworden van techbedrijven als Google en Facebook. Deze bedrijven eisen in ruil voor hun diensten persoonlijke gegevens van gebruikers op. Solid, wat staat voor social linked data, wil hier verandering in brengen met een verzameling webprotocollen zodat data gemakkelijk uitgewisseld kan worden. De data bevindt zich in een ‘kluis’, de zogenaamde pod (personal online data store). De eindgebruiker blijft eigenaar van de data en bepaalt wie deze mag inzien of gebruiken.

Use cases

Miel onderzoekt niet alleen wat voor protocol en specificaties er nodig zijn, ook ontwikkelt hij enkele use cases. Zo maakt hij een voorbeeld rondom het Datasetregister, een online register dat linkt naar de datasetbeschrijvingen van erfgoedorganisaties. Als er wijzigingen zijn aangebracht geeft het Datasetregister een seintje aan zijn afnemers, bijvoorbeeld de knowlegde graph voor datasets waaraan gewerkt wordt.

Een andere usecase waaraan Miel werkt, vindt plaats in samenwerking met het Stadsarchief Amsterdam. Stel dat dit archief vanuit zijn collectie-informatiesysteem linkt naar een term uit een terminologiebron in het Termennetwerk, dan weet de collectiebeheerder dat er gelinkt wordt, maar de terminologiebron is er niet van op de hoogte. Door het implementeren van een communicatieprotocol kun je ervoor zorgen dat er bij elke link die gemaakt wordt tussen een object in een collectie-informatiesysteem en een term in het Termennetwerk een berichtje wordt gestuurd. Op deze manier zou je in de toekomst eenvoudig kunnen nagaan welke erfgoedobjecten gekoppeld zijn aan een bepaalde term.

Hoe nu verder

De resultaten van Miels onderzoek worden meegenomen in de doorontwikkeling van de netwerktoepassingen die worden ontwikkeld in het NDE-programma, zoals het Datasetregister en het Termennetwerk. Zo werken we aan een netwerk waarin informatie steeds eenvoudiger heen en weer kan stromen tussen maker en gebruiker.

Symposium op 14 juni

Wil je meer weten over Miels onderzoek? Bezoek het symposium 'Het Decentrale Web en Solid: scenario’s voor de toekomst'.

Bekijk het programma en geef je op

Op de hoogte blijven?

Gerelateerd nieuws